Waaruit bestaat slijtage in een klok?

Veel mensen denken dat slijtage in klokken ontstaat op de vertanding van de raderen. Meestal is die vertanding nog goed en slijten de uurwerken vooral op de lagers van de raderen. De vertanding van de tandwielen rollen als het ware over elkaar af, zoals een knikker over een gladde tafel. Hierbij ontstaat weinig slijtage. De lagers draaien in elkaar, bijna altijd zijn het glij lagers die met een dunne oliefilm gewoon als een pen in een gat draaien. Kogellagers zien we bij klokken zelden en is door de lage toerentallen en geringe slijtage ook niet nodig. Die oliefilm is wel essentieel want als dat er niet meer is ontstaat snel slijtage aan de as en het gat waarin hij draait. De draairichting (en kracht) gaat altijd in dezelfde richting dus de eventuele slijtage ook. De ronde lagergaten in klokken slijten daardoor ovaal uit totdat de onderlinge afstand tussen de raderen zo afwijkt dat er geen kracht meer kan worden overgedragen op het volgende rad. In dat geval staat een klok stil en is niet meer met nieuwe olie aan de gang te krijgen.

Het mechanisme dat de draaiende beweging van de raderen omzet in een heen en weer gaande beweging van de slinger of balans noemen we het echappement. Ook hier ontstaat slijtage als de smering door veroudering niet meer werkt.

Aandrijfveren

Er zijn klokken met aandrijfveren als krachtbron, afhankelijk van de kwaliteit van deze veren kan het zijn dat ze na een lange tijd goed werken niet meer de veerkracht hebben die ze aanvankelijk hadden. De aandrijfveer veert dan niet meer maar is definitief vervormd, men noemt dat ook wel metaalmoeheid. In dat geval moeten deze veren vervangen worden om een goed lopende klok te herstellen. De kwaliteit van de moderne veren is beter dan die van heel antieke veren. In de praktijk moeten we daarom dunnere veren plaatsen ter vervanging van oude aandrijfveren omdat anders de kracht op het raderwerk te hoog wordt. Dit heeft dan weer tot gevolg dat er plaats is voor langere veren. Langere aandrijfveren zorgen ook voor een langere loopduur van een uurwerk.

Bij museale klokken wordt er soms door een conservator voor gekozen de authentieke veren te behouden, gevolg kan dan wel zijn dat deze klokken, hoewel helemaal authentiek, niet meer kunnen lopen.

Friese klokken

Bij Friese klokken geld ongeveer hetzelfde voor de ketting waar het gewicht aan hangt. De ketting bij Friese klokken bestaat uit gebogen achtjes die in elkaar gehaakt zijn. Na 100 jaar lopen zijn de schakels, waar ze elkaar raken dunner geworden door slijtage. Het gevolg daarvan is dat ze wat open gaan staan en de ketting op een gegeven moment uit elkaar valt. Ook de sporen slijten met als gevolg dat de ketting gaat slippen in het spoor. Vaak worden deze onderdelen gelijk vervangen. Dit is nodig om het uurwerk lopend te houden en is bij de meeste antieke Friese klokken al eens eerder vervangen. Het doet geen afbreuk aan originaliteit van de klok als deze reparatie goed en met de juiste onderdelen wordt uitgevoerd. Hetzelfde geld voor de klokken die een koord hebben met één of meer gewichten, bij een antieke klok zal dat koord al vaker vervangen zijn.

Natuurlijk zijn niet alle klokken gelijk en de plaatsen waar slijtage kán optreden zijn zeer divers. Soms is het reden voor een herstelling en soms beïnvloed het de werking van een uurwerk niet. Dat is voor de uurwerkmaker ter beoordeling.

Slijtage aan de behuizing en wijzerplaat

Wat relatief vaak voorkomt is dat er slijtageplekken ontstaan in de buurt van de opwindgaten, soms zijn emaille wijzerplaten gebroken, verf afgebrokkeld of vervuild, nicotineaanslag en vuil op de kast zijn veelvoorkomende gebreken, soms zijn wijzers gebroken of beschadigd, soms zijn lijmnaden van de kast losgekomen.

Deze gebreken kunnen soms door onszelf worden opgelost en soms moeten we daar deskundige hulp van specialisten voor inroepen om het te herstellen. We hebben door de jaren een goed netwerk van betrouwbare specialisten opgebouwd zodat we dergelijke zaken goed kunnen regelen. Bij bijvoorbeeld een restauratie van een schildering demonteren en restaureren we het uurwerk en gaat de wijzerplaat naar de specialist. Vaak zijn we ongeveer tegelijk klaar en kan het geheel weer tegelijk naar de eigenaar. Nadeel van deze gecombineerde restauraties is in sommige gevallen dat het maken van de offerte wat langer duurt.